Het raadsel van de links-liberale zelfvernietiging

Gepubliceerd op 1 januari 2025 om 15:14

Stel, u kijkt naar een voetbalwedstrijd. Team-A scoort doelpunten uit de ene na de andere voorzet van team-B. Het gaat team-A zo allemaal erg gemakkelijk af. Maar wat het meest opvalt aan de wedstrijd is dat team-B de schuld voor hun slechte spel voortdurend bij de tegenstander legt.

 

En zo gaat het wedstrijd na wedstrijd. De fans van team-B haken meer en meer in groten getale af. Dat kost team-B zoveel contributie dat een fusie wordt overwogen met team-C, dat in hetzelfde schuitje zit. Het geloof in de eigen speelwijze is in beton gegoten en van de fusie wordt gehoopt dat het de extra tijd oplevert die nodig is om het eigen gelijk te bewijzen.

Zo vol ongeloof we zouden zijn over zoveel koppigheid bij de verliezers van een voetbalcompetitie, zo verbaasd moeten we zijn over het onwrikbare geloof in het eigen gelijk bij de politiek die zich als links-liberaal, progressief en als fatsoenlijk alternatief presenteert van populistisch rechts. Van GroenLinks en PvdA in Nederland tot hun geestverwanten in de rest van Europa, de Verenigde Staten en Canada aan toe, verliezen de progressieven verkiezing na verkiezing, kiezers aan hun grootse politieke vijanden. En zij komen maar niet toe aan die ene vraag: wat doen wij verkeerd dat kiezers ons de rug toekeren?

 

Populistische revolte nog lang niet uitgeraasd

De populistische revolte begon voor ons land in 2002 met Pim Fortuyn en lijkt nog lang niet uitgeraasd. Sterker, de PVV boekte bij de laatste verkiezingen de grootste winst uit haar bestaan. In de peilingen blijft de PVV met afstand de grootste partij. In de Verenigde Staten won Donald Trump in november overtuigend en zal, na een onderbreking van vier jaar, deze maand aan zijn tweede termijn beginnen. In Italië zwaait Giorgia Meloni de scepter, in Frankrijk is de partij van Marine le Pen de grootste en in Duitsland dreigt Alternatieven für Deutschland (AfD) volgende maand de grootste te worden.

’Populism is here to stay’ concludeerde het progressieve tijdschrift The New Statesman al in 2018. Het was kort na Brexit en de zege van Donald Trump. De wereld was voorgoed veranderd en wat kiezers belangrijk vonden ook. Met de globalisering en z’n dramatische effecten voor de arbeidsmarkt en de massale toestroom van migranten groeide het onbehagen onder grote groepen burgers.

 

Mensen zagen hun werk verdwijnen naar China, zagen hun buurten veranderen van kleur en van taal en kregen te horen dat zij weer langer moesten wachten op een huis. Hun zorgen en boosheid daarover waren niet besteed aan links.

 

Overschakelen naar een nieuwe werkelijkheid

Wanneer je als links-liberale stroming zo langdurig aan de macht bent geweest, lukt het overschakelen naar een nieuwe werkelijkheid misschien niet op stel en sprong. Maar als het kwartje na al die jaren nog steeds niet vallen wil, moet er sprake zijn van welhaast extreme hoogmoed. Het geloof in het eigen gelijk biedt geen ruimte voor ook maar de geringste twijfel. Voor oude machthebbers met deze houding loopt het doorgaans niet goed af.

Niet dat de antwoorden van populistisch rechts ook altijd oplossingen zijn, maar kiezers krijgen het signaal dat er over hun zorgen en problemen wordt nagedacht. Is dat niet het minste wat burgers in een democratie van politici mogen verwachten?

Maar de Amerikaanse Democraten lieten onder Joe Biden de illegale immigratie hard oplopen. Volgens schattingen van de Amerikaanse douane zijn onder Biden tussen acht en tien miljoen mensen het land illegaal binnengekomen. Kiezersonderzoek toont aan dat zes van de tien Amerikanen deze illegale immigratie „erg belangrijk” vond in hun keuze voor een nieuwe president. Wat bezielde de Democraten om te denken dat ze met andere onderwerpen – zoals identiteitspolitiek en abortus – de verkiezingen in november zouden winnen?

 

Geen plan bij links voor meer controle over toestroom asielmigranten

Op Denemarken na, is er in geen Europees land waar links een plan heeft om controle te krijgen over de grote toestroom asielmigranten. Immigratie is een onderwerp dat kiezers al jaren beroert. Niet uit vreemdelingenhaat, maar uit wantrouwen naar de bestuurders die de controle kwijt zijn.

 

Om het niet te hoeven hebben over migratie bestaat het probleem aan de linker kant officieel niet. ’Niet de toestroom is het probleem, maar de opvang.’ En iedereen die zich beklaagt ’hééft niets te klagen in onze welvaartsstaat’. Als je zo omgaat met je kiezers hou je er vanzelf steeds minder over.

Om het ongelijk niet te hoeven toegeven roepen de progressieven dat problemen worden aangepraat door gevaarlijke volksmenners op rechts. De bal is vergeten en er wordt op de man gespeeld. Trump, Wilders, Meloni, Musk en inmiddels ook de Argentijnse president Javier Milei zijn ’een gevaar voor de democratie’ en worden als fascisten voorgesteld. Maar deze tactiek werkt niet en populisten blijven verkiezingen winnen.

 

Herbezinning op links

Als links weer een rol van betekenis wil spelen, zal het zich moeten aansluiten op de werkelijkheid van voldoende kiezers. Er zijn genoeg slimme mensen in de eigen gelederen die de vinger op de zere plek leggen. Herlees wat Paul Scheffer de afgelopen twintig jaar over migratie schreef. Over het belang van gecontroleerde immigratie en de betekenis van een Europese buitengrens waar de inwoners van de EU van op aan kunnen. Of lees het interview met de links-liberale Canadese historicus Michael Ignatieff in Elsevier vorige week. Ignatieff pleit voor een herbezinning op links, die begint met een afscheid van het superioriteitsgevoel waarmee progressieven kiezers tegemoet treden en verkiezingen blijven verliezen.

 

Deze column verscheen op 1 januari 2025 in De Telegraaf

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.