„Poeh..nou, laat ik daar een paar dingen over zeggen...” De Amsterdamse burgemeester Femke Halsema nam wat extra tijd voor haar antwoord op een vraag van Buitenhof-presentator Pieter Jan Hagens. Hij had Halsema zojuist de uitspraak voorgelegd van VVD-leider Dilan Yesilgöz, dat de anti-Israëldemonstraties en sit-ins op NS-stations op 7 oktober ’antisemitisch zijn’. Halsema leek onaangenaam verrast. Ze had net beweerd dat er het afgelopen jaar juist zo vreedzaam is gedemonstreerd in de hoofdstad. Halsema nam een aanloop en ging in de aanval.
De burgemeester ging niet in op de bewering dat demonstreren tegen Israël, op de dag dat Joden in de hele wereld de slachtoffers herdenken van de pogrom van Hamas een jaar geleden, antisemitisch is of kan zijn. Zij betrok het op zichzelf en vond dat VVD-fractievoorzitter Yesilgöz met deze bewering lokale bestuurders met de rug tegen de muur zette. Yesilgöz – die Halsema ’voormalig minister van Justitie’ noemde om haar bezwaar extra gewicht te geven – ’criminaliseerde de demonstranten vooraf’. Halsema zei: „Het zijn mensen die van hun demonstratierecht gebruikmaken en dat kunnen we niet verbieden.”
Dat was ook wat Yesilgöz had gezegd, met het verschil dat die wel durfde te benoemen wat de demonstranten motiveerde om juist op 7 oktober tegen Israël te demonstreren.
Klassiek instrument
Het is een klassiek instrument van antisemieten, om het leed dat Joden treft te negeren of op z’n minst te bagatelliseren. We zien dat bij neonazi’s en andere rechtsextremisten die de Holocaust ontkennen of het aantal slachtoffers graag naar beneden bijstellen. Onder het mom ’het is allemaal niet zo erg geweest’. De ware antisemiet beweert: Joden zijn zelf schuldig en kunnen dus geen slachtoffers zijn.
Daarom ontkennen zij de Holocaust, daarom moest de opening van het Holocaustmuseum worden verstoord en daarom moest er juist op 7 oktober worden gedemonstreerd tegen Israël. De beestachtige afslachting door Hamas in de Israëlische dorpen en onder de jongeren op het Nova-muziekfestival moest worden overschreeuwd omdat ’Joden geen slachtoffers mogen zijn’.
Natuurlijk zijn de organisatoren en de deelnemers aan deze anti-Israëldemonstraties antisemitisch. Dat is gebleken. Provocaties, intimidaties, geweld op stations tegen mensen met een Israëlisch vlaggetje en rode verf op een grote vlag op de Dam. Uit respect voor de Israëlische slachtoffers en zij die hen wilden herdenken, hadden de demonstranten tegen Israël ook 8 oktober kunnen kiezen, om te betogen tegen de Israëlische vergelding en het leed dat die in Gaza heeft veroorzaakt. Maar belangrijker was het verstoren van een waardige herdenking.
’De-escalatie’
Halsema had bij Buitenhof kunnen zeggen: ’Ik deel de zorgen van mevrouw Yesilgöz en wij dulden geen Jodenhaat in de straten van Amsterdam.’ Maar Halsema koerst sinds 7 oktober vorig jaar op ’de-escalatie’. Dat houdt in: zo lang mogelijk iedereen te vriend houden. In de praktijk betekent dat terughoudendheid met het inzetten van de ME wanneer studenten en andere activisten de binnenstad openbreken of vernielingen aanrichten op de Universiteit van Amsterdam. Het betekende ook dat het bestuur van die universiteit onderhandelde met anonieme gemaskerde relschoppers over hun eisen.
En de-escaleren is ook antisemitisme altijd samen benoemen met ’islamofobie’. Dat deed burgemeester Halsema de afgelopen dagen opnieuw meerdere keren. Zij doet voorkomen alsof antisemitisme onderdeel is van een brede intolerante stroming in de samenleving – ’gevoed door het huidige kabinet’ – waarin ook moslims het te verduren krijgen. Daarbij gooit Halsema alle onverdraagzaamheid op een hoop, waardoor niet wordt toegekomen aan de ernst en de omvang van de Jodenhaat in haar stad.
Wegkijken
Halsema weet namelijk dat ook onder grote groepen moslims sterke anti-Israël- en anti-Joodse sentimenten leven, vooral na 7 oktober. Jodenhaat serieus nemen leidt dus óók naar deze groepen. Maar Halsema wil daar koste wat kost bij wegblijven. Daarom is haar manier van de-escaleren een vorm van wegkijken en wordt de huidige aanpak van de explosieve groei van antisemitisme nooit effectief.
Het was jammer dat Hagens daar niet op doorvroeg. Had Yesilgöz niet een punt? Waren de leuzen voor de vernietiging van Israël al verdwenen? Was er een paar dagen eerder niet openlijk gerouwd om de dood van Hezbollah-baas en massamoordenaar Hassan Nasrallah? Lopen de bedreigingen aan Joden in haar stad inmiddels niet de spuigaten uit?
In plaats daarvan ging de presentator voor een fittie tussen de burgemeester en de VVD-leider. En kreeg die. Ik zag het niet, maar Hagens constateerde dat Halsema ’boos’ was op Yesilgöz. Emoties krijgen op televisie altijd voorrang, zelfs bij Buitenhof.
Deze column is gepubliceerd op 9 oktober 2024 in De Telegraaf
Reactie plaatsen
Reacties