De huidige informateur Johan Remkes stond drie jaar geleden nog aan het hoofd van een commissie die moest onderzoeken of de burgers van dit land zich nog wel vertegenwoordigd voelen in onze democratie. Verontrust concludeerde hij, dat steeds minder mensen dat deden en doen en dat dat niet zonder gevaar is. Het groeiende wantrouwen vandaag op straat en thuis over kabinet en overheid heeft alles te maken met een jarenlange verwaarlozing van burgers en van de zeggenschap die zij over hun bestuur behoren te hebben.
Tijdens die APK-keuring van onze democratie ontdekte de commissie Remkes in 2018 een aantal ernstige gebreken. Hoewel een informateur niet over de inhoud gaat, mag Remkes die gebreken, wat mij betreft, opnieuw onder de neus van de volksvertegenwoordigers duwen.
De belangrijkste observatie van Remkes was, dat er in de Tweede Kamer voor beslissingen meerderheden gezocht en gevonden worden, die onder de bevolking nog al eens ontbreken. In onderhandelingen over een regeerakkoord worden er compromissen gesloten en vinden uitruilen plaats waardoor beleid ontstaat waar kiezers niet over gestemd hebben en het in meerderheid mee oneens zijn.
Een voorbeeld is het Klimaatakkoord van het kabinet Rutte III uit 2019. Het akkoord is een verzameling ingrijpende maatregelen en afspraken, die bedacht zijn door maatschappelijke organisaties en kunnen rekenen op een parlementaire meerderheid, maar waar kiezers nooit over geraadpleegd zijn.
Nu zult u zeggen: ’ja maar dat is ons gevierde poldermodel en het is de consequentie van leven in een land waar geregeerd wordt door coalitiekabinetten’.
Dat is ook zo, maar hoe meer partijen er in de Tweede Kamer betrokken moeten raken om compromissen te sluiten en beleid te maken, hoe dunner de soep wordt en hoe minder overeind blijft van de standpunten die kiezers hebben overtuigd om op partij A, B of C te stemmen. In het geval van het Klimaatakkoord hebben bovendien de maatschappelijke organisaties geen mandaat van de kiezers, maar komen zij voor die kiezers wel met allerhande maatregelen en kosten op de proppen.
Uit de moeizame formatiegesprekken begrijp ik dat de VVD best met GroenLinks had willen regeren, maar dat Wopke Hoekstra dat voor het CDA een stap te ver vond. Je kunt het een prestatie vinden dat twee politieke uitersten elkaar in moeizame tijden weten te vinden. Maar zowel VVD-stemmers als de kiezers van GroenLinks zouden zich - terecht - bekocht voelen als deze combinatie het resultaat van de verkiezingen was geweest.
De spoeling wordt dun in het politieke midden en om weg te blijven bij de partijen op de flanken zijn in het midden alle combinaties een optie. Dat midden loopt al jaren leeg met kiezers die voorheen VVD, PvdA of CDA stemden en hun heil nu zoeken bij vooral meer conservatieve partijen. Eerst Fortuyn, daarna Wilders, Baudet en inmiddels ook JA21 en BBB.
Ook de 25 virtuele zetels voor Pieter Omtzigt zijn vuisten op tafel van burgers die zich door het verwaterde midden niet langer vertegenwoordigd voelen.
Burgers krijgen niet alleen het hele jaar door ongevraagde besluiten op hun bord, oplossingen die wél een meerderheid onder de bevolking kennen sneuvelen in de compromisfabriek van de middenpartijen.
Een voorbeeld: een meerderheid van de bevolking wil al langer een strenger asielbeleid. Die meerderheid is ook te vinden in het parlement, maar verdeelt zich over VVD, CDA, PVV, JA21 en FvD. Zolang het midden en de flanken hierover geen afspraken kunnen maken heeft een meerderheid van de bevolking het nakijken.
Zo komt er op twee manieren in ons parlement veel te weinig terecht van een gedegen volksvertegenwoordiging.
Het gevaar dat Remkes drie jaar geleden zag zien we inmiddels in de felheid waarmee burgers hun rug keren naar overheidsinstanties en besluiten van het kabinet. Betrokken burgers die zich voor langere tijd niet meer vertegenwoordigd voelen in het landsbestuur kunnen gemakkelijk in apathie of woede wegdrijven, weg van de democratie. Het ’brede midden’ negeert al veel te lang de radeloze kiezer.
Het is precies deze dynamiek waar Johan Remkes tegen waarschuwde en waar hij als informateur het politieke midden medeverantwoordelijk voor moet maken.
Deze column verscheen op 22 september 2021 in De Telegraaf
Reactie plaatsen
Reacties