Voorkom nieuwe vluchtelingencrisis

Gepubliceerd op 22 september 2021 om 15:25

Een nieuwe vluchtelingencrisis zoals in 2015 kan Europa zich niet permitteren. De maatschappelijke en politieke consequenties van zo’n nieuwe vluchtelingenstroom zijn een nachtmerrie voor de Franse president Emmanuel Macron en de Duitse bondskanselier Angela Merkel. Een herhaling is uit den boze, tegen elke prijs.

Met op het netvlies de hartverscheurende beelden van duizenden mensen die het nieuwe Taliban-regime via de luchthaven van Kabul willen ontvluchten, is het een wreed moment om te beginnen over het beperken van de toegang tot Europa. Maar Merkel en Macron weten wat er op het spel staat.

Vanaf zijn vakantieadres overlegde Macron met Merkel over een gezamenlijk actieplan. Iedereen weet dat ’gezamenlijk’ in Europa een relatief begrip is, maar het initiatief van Macron is te prijzen. Terwijl hier minister Kaag en staatssecretaris Broekers-Knol de volksvertegenwoordiging in wanhoop achterlaten over een Afghaanse ambassademedewerker meer of minder wordt er in Frankrijk en Duitsland gekeken naar wat er op Europa afkomt.

En dat is een vluchtelingenstroom, die herinneringen oproept aan de periode 2013-2015. Alleen al in dat laatste jaar wisten een miljoen mensen, uit vooral Syrië en Afghanistan, Europa te bereiken. Mensen zwierven over de Balkan richting met name Duitsland en Zweden, asielprocedures raakten overbelast, duizenden migranten verdronken op zee. Een drama van ongekende omvang.

In de jaren daarna sloeg de ’welkomstcultuur’ in Europa om in aversie over gebrekkige integratie, misdragingen en criminaliteit van asielzoekers. Merkels ’wir schaffen das’ bleek aanzienlijk makkelijker gezegd dan gedaan. Het taboe op kritiek op de gevolgen van de migrantenstroom resulteerde in een pijlsnelle groei van populistisch-rechts in Europa.

De populisten zijn niet alleen een blijvertje gebleken, maar ook een factor waar de toekomst van het politieke midden in Europa van afhangt. Jean-Marie le Pen zit Emmanuel Macron op de hielen. In landen als Nederland en Italië moeten coalitieconstructies worden opgetuigd, om grote populistische partijen buiten de regering te houden.

Iets wat niet gelukt is in Slovenië, Hongarije, Tsjechië en Polen. Dat zijn lidstaten gerund door populisten, die het Europese ideaal van het politieke midden danig in de war schoppen. En in Duitsland probeert het politieke midden populistisch-rechts de wind uit de zeilen te nemen door vooral de fouten uit 2015 niet te herhalen.

De secretaris-generaal van de Duitse christendemocraten Paul Ziemiak zei deze week: ’We kunnen de kwestie Afghanistan niet in Europa oplossen en 2015 mag zich niet herhalen’. De leider van de Duitse sociaaldemocraten Olaf Scholz sloot zich daarbij aan en voegde toe: ’We moeten ervoor zorgen dat de mensen in de regio blijven en een veilige toekomst hebben in de buurlanden’.

Macron heeft het over de opvang in Frankrijk van Afghaanse tolken, chauffeurs en koks die voor de Fransen in Kabul gewerkt hebben. En verder is er volgens hem ook plaats voor ’activisten, journalisten en kunstenaars, mensen die hun waarden delen met die van de Fransen’. Merkel sprak van een ’gecontroleerde opvang van bijzonder kwetsbare mensen’ uit Afghanistan.

Om goede wil te tonen zijn Frankrijk, Duitsland en een aantal andere Europese landen – waaronder Nederland – bereid een groep Afghaanse vluchtelingen op te vangen. Maar het doel is een zeer beperkte groep. Topprioriteit is opvang in de regio.

Daartoe hebben Merkel en Macron contact gezocht met een aantal buurlanden van Afghanistan, te weten Pakistan, Turkije, Irak en Iran. Europa zal aanzienlijk meer moeten betalen aan deze landen, dan aan Turkije alléén in 2015. Er is niet alleen Europees geld nodig voor de – mogelijk jarenlange – humanitaire opvang van Afghaanse vluchtelingen in de regio, maar er zullen ook miljarden euro’s op tafel moeten komen, om vluchtelingen en mensensmokkelaars te dwarsbomen in hun plannen toch naar Europa af te reizen.

De praktijk leert dat afspraken daarover met landen in de regio alleen onvoldoende is en Europa chantabel maakt. De Turkse president Erdogan gebruikte migranten meerdere keren als chantagemiddel. Onder meer door de grens naar Griekenland open te zetten, om Europese kritiek op Turkse militaire acties in Syrië de kop in te drukken. En met de Afghaanse vluchtelingen heeft Iran een troef in handen in de onderhandelingen met Europa over haar nucleaire programma.

Europese burgers mogen er vanuit gaan dat hun politieke leiders dit voortschrijdend inzicht bezitten en de naïviteit van 2015 laten varen. Daartoe behoort ook het bewaken van de Europese buitengrens. Waar in 2015 nog met onbegrip en schande gesproken werk over de bouw van een grenshek door de Hongaarse premier Orbán, bouwen Litouwen, Polen en Griekenland – met begrip uit Brussel – nu op een zelfde manier aan de bewaking van de EU-buitengrens. Het signaal van de barrière is duidelijk: mensensmokkel naar Europa heeft geen zin.

Het spreekt vanzelf dat Europa mee moet helpen bij het verzachten van het leed dat zoveel vluchtelingen uit Afghanistan treft. Daar hoort een gecontroleerde opvang bij van een beperkte groep Afghanen, die het meest te vrezen hebben van de Taliban. En daar hoort ook een groot bedrag bij voor opvang in de regio. Maar een Europa dat een herhaling van 2015 wil voorkomen zal die grenshekken nog wel eens heel hard nodig hebben.

 

Deze column is op 25 augustus 2021 geprubliceerd in De Telegraaf

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.