Bij afschuwelijk nieuws horen afschuwelijke beelden

Gepubliceerd op 16 juli 2021 om 07:19

De aanslag op het leven van misdaadverslaggever Peter R. de Vries is een verschrikkelijk drama voor zijn geliefde, zijn familie en andere dierbaren. Maar de moordpoging op de bekendste journalist van Nederland raakt iedereen. Het is groot nieuws. En daar horen beelden bij.

Zoals meestal verspreidde het nieuws zich als eerste via Twitter. De politie van Amsterdam plaatste een bericht over een schietpartij in de buurt van het Leidseplein. Daarin het signalement van een verdachte en de vraag aan getuigen om zich te melden, het liefst met beelden.

Niet veel later kwamen de onbevestigde berichten dat het slachtoffer Peter R. de Vries zou zijn. De bevestiging kwam, onder meer met beelden van de plaats delict.

Het aantal berichten op Twitter met nieuwe feiten en afschuw over het nieuws werd al snel ingehaald door oproepen van jan en alleman om de beelden van de plaats delict vooral niet te delen. Ik heb een foto gezien van De Vries op straat en een filmpje waarop een ambulancemedewerker hem reanimeert.

De oproepen om deze beelden niet verder te verspreiden, gingen al gauw gepaard met verwijten van onethisch en amoreel gedrag aan het adres van hen die de beelden wel deelden of gebruikten in hun berichtgeving over de moordaanslag, zoals GeenStijl dat deed. Twitter is gemaakt om elkaar de maat te nemen – ik ken de verleiding – en dus gaat het sinds dinsdagavond vooral over hoe abject het verspreiden van dergelijke beelden zou zijn.

Ook collega-journalisten en politici – onder wie Jesse Klaver – vinden het gebruik van de beelden fout. Op de persconferentie van de Amsterdamse driehoek deden burgemeester Femke Halsema en korpschef Frank Paauw een dringende oproep de beelden niet verder te verspreiden en een journalist (!) vroeg aan de politiechef wat hij met de beeldverspreiders van plan was.

Wat is er tegen het delen van de beelden? In een brief van RTL Nederland aan GeenStijl vraagt een juridisch medewerker (!) van de omroep dringend of de beelden verwijderd kunnen worden ’in het kader van de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van Peter R. de Vries' en uit 'respect naar zijn naasten’.

’Eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer’ is een ethische afweging, die het in de journalistiek moet kunnen afleggen tegen de waarde van het nieuws. En een aanslag op de beroemdste misdaadverslaggever van het land is heel groot nieuws.

Dat was de moordaanslag op Pim Fortuyn op 6 mei 2002 ook. Geen van de kranten of andere media zagen toen in ’de eerbiediging van Fortuyns persoonlijke levenssfeer’ of ’respect voor zijn naasten’ een belemmering om de grootste close-upfoto ooit op de voorpagina te zetten met het bebloede hoofd van een dode Fortuyn.

Zonder meer een afschuwelijk gezicht voor zijn naasten en al die kiezers die hun kapot geschoten hoop zagen liggen op het asfalt van het Mediapark. Maar wat een groot nieuws. De nieuwsfoto wordt beschouwd als een van de belangrijkste uit de Nederlandse journalistiek. Fotograaf Robin Utrecht won er in 2002 de Zilveren Camera mee.

Wat is er gebeurd tussen toen en nu, dat journalisten en nieuwsmedia zelf oproepen om belangrijke nieuwsbeelden uit de openbaarheid te houden? Waarom worden opeens ’eerbied’ en ’respect’ door hen hoger aangeslagen dan het tonen van de rauwe gewelddadige werkelijkheid, waarin dit land met de georganiseerde misdaad in terechtgekomen is?

Een land waar criminelen meedogenloos advocaten en journalisten ’uit de weg ruimen’ als die hen te veel voor de voeten lopen. „De criminaliteit verhardt”, zei de Amsterdamse hoofdofficier René de Beukelaer op de persconferentie. Een understatement. Meer to the point is ’we leven in een narcostaat’. Dat zei oud-burgemeester Jan Boelhouwer twee jaar geleden toen ik hem sprak over de bedreigingen en brutale aanslagen door drugssyndicaten in Brabant.

De georganiseerde misdaad zit inmiddels door heel Nederland, overal. Ontspoorde jongeren worden gerekruteerd om voor een paar duizend euro een journalist of een advocaat om te brengen. De misdaad is wijdverbreid en oppermachtig.

Waarom is Nederland de grootste producent van synthetische drugs ter wereld? En waarom is ons land nog steeds de belangrijkste doorvoerhaven voor cocaïne in Europa? Is het een idee dat de journalisten, die zich nu zo druk maken over beelden van Peter R. de Vries, de minister van Justitie en de wettenmakers in de Tweede Kamer eens het vuur aan de schenen leggen over hoe lang dat nog zo blijft?

Of leveren dit soort vragen minder op dan het etaleren van emotionele betrokkenheid en zorgen over beeldvorming?

En tot slot de misdaadverslaggever zelf. Hij was voor de duivel niet bang en bracht alles en iedereen in beeld, desnoods met een verborgen camera. Zijn leven en werk speelden zich voor een groot deel af op televisie. Daarom weten we allemaal hoe Peter R. de Vries eruitziet. Laten we ontzettend hopen dat hij dit overleeft.

 

Deze column verscheen op 7 juli 2021 in De Telegraaf

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.