Racisme te vaak genoemd als verklaring voor alles

Gepubliceerd op 16 juli 2021 om 07:13

Een Amerikaanse professor beweerde deze week dat de Franse keuken racistisch is. Volgens haar is de Franse eetcultuur volledig ’wit’ en dringt zij zich op aan mensen uit andere etnische groepen, zowel binnen als buiten Frankrijk. Racisme is niet alleen een reëel bestaand probleem, maar ook een dogma dat heer en meester is in het publieke debat.

Wie zoekt op de term racisme krijgt binnen een halve seconde bijna 20 miljoen hits. Wie zoekt op aanverwante termen als discriminatie of ongelijkheid krijgt 2,7 en 3 miljoen hits. Racisme is dominant en overal, in ieder geval via sociale, mainstream en alternatieve media.

Morgen wordt het einde van de Nederlandse slavernij herdacht. Dat is een goede zaak. De familiegeschiedenis van veel Surinaamse en Antilliaanse Nederlanders voert terug naar de slavernij en een volwassen natie ziet zijn hele verleden onder ogen, ook de donkerste hoofdstukken. Het verleden is bovendien te boeiend en te leerzaam, om louter heldendaden uit te selecteren.

In een brief aan de Kamercommissie voor Binnenlandse Zaken hebben de wethouders van de vier grote steden nu gevraagd, om van die herdenking voortaan een nationale feestdag te maken. Als daar al enige tijd door een grote meerderheid van de Nederlandse bevolking op wordt aangedrongen zou dat een logisch verzoek zijn. Maar voor deze wethouders spelen andere zaken.

Doel van de nationale feestdag is te zorgen dat Nederlanders elk jaar stilstaan bij ’hun’ slavernijverleden. De wethouders schrijven: ’Door te gedenken legt de samenleving verantwoordelijkheid af, maar committeert zij zich ook aan een samenleving en een toekomst waarin geen ruimte is voor racisme en kansenongelijkheid’.

Er zijn maar weinig Nederlanders te vinden die vóór racisme en vóór kansenongelijkheid zijn, maar het initiatief leunt zwaar op de mythe dat Nederland een land vol blanke racisten is, die mensen met een andere huidskleur het licht in de ogen niet gunnen.

Kansenongelijkheid zou bovendien ’systematisch’ zijn en verborgen opereren als ’institutioneel racisme’. Die term is afkomstig uit de omstreden Amerikaanse critical race theory en beweert dat de instituties van onze samenleving in zichzelf racistisch zijn.

De redenatie is dat die instituties bedacht zijn door blanke mensen en in belangrijke mate bevolkt worden door blanke mensen en daarmee vijandig zijn naar mensen met een andere huidskleur. Voor antiracistische activisten is er maar één manier om dat te bestrijden en dat is het afbreken van de instituties zelf.

Aantrekkelijk aan het gebruik van het begrip verborgen racisme is, dat je niet hoeft aan te tonen dat het er is. Het ’bewijs’ wordt geleverd door maatschappelijke ongelijkheid, die zich aftekent langs raciale, etnische of culturele lijnen. Ongeacht hun maatschappelijke positie worden blanke mensen consequent voorgetrokken en mensen met een andere huidskleur gemarginaliseerd, zo is de redenatie.

Een dergelijk wereldbeeld is uitermate overzichtelijk, maar nogal simpel om ook maar een deel van de werkelijkheid te beschrijven. Het dient vooral het eigen politieke verhaal van activisten en anderen over hun strijd tegen racisme.

Daarbij wordt niet zelden gebruik gemaakt van het idee van de erfzonde, die blanke Nederlanders zou belasten met de daden van hun voorouders. Zoals heimelijk de bedoeling is van het initiatief van de wethouders van de vier grote steden, is mijn vermoeden.

Wie bewijs zoekt voor institutioneel racisme wordt de laatste tijd vooral gewezen op de kindertoeslagenaffaire. Zoals bekend is er op dit dossier bij de Belastingdienst alles misgegaan wat er mis kon gaan, met grote drama’s tot gevolg. De Belastingdienst heeft mensen met een buitenlandse achternaam zwaarder verdacht van fraude, dan mensen met een Nederlandse achternaam.

Dat werd in de media onmiddellijk ’etnisch profileren’, een vorm van racisme, institutioneel racisme. Maar het onderzoek van de Autoriteit Persoonsgegevens pleitte de Belastingdienst juist vrij van etnisch profileren. Volgens voorzitter Wolfsen was het hele systeem op een discriminerende manier ingericht en werd het ook als zodanig gebruikt, maar is nationaliteit iets anders dan etniciteit of ras.

Duitse, Franse en Hongaarse achternamen er uitpikken is wel degelijk discriminatie, maar nog geen racisme. Toch houden politici en media het verhaal in stand dat de kindertoeslagenaffaire bewijst dat institutioneel racisme bestaat in Nederland.

Niets zo zwart-wit als het racismedebat. Racisme bestaat en moeten we niet tolereren, maar het blijkt geenszins de allesverklarende oorzaak te zijn van ongelijkheid en achterstand. Een groot Brits onderzoek hiernaar concludeerde in april dat kansen in de samenleving vooral afhangen van het gezin, de cultuur en de regio of buurt waar mensen opgroeien.

Tien van de elf leden van de onderzoekscommissie zijn Britten van kleur. Zij erkenden ten volle het bestaan van racisme in de Britse samenleving. Maar zij durfden ook te stellen dat er in die samenleving de afgelopen decennia veel verbeterd is op dit terrein en dat racisme te vaak genoemd wordt, om andere oorzaken van achterstelling en ongelijkheid buiten beschouwing te laten.

Met andere woorden: racisme wordt te groot gemaakt. Als dat voor Groot-Brittannië geldt, waarom zou het niet voor Nederland gelden?

 

Deze column verscheen op 30 juni 2021 in De Telegraaf

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.