Het waren drie willekeurige mensen, die vrijdagavond op straat in het Duitse Solingen zijn vermoord. Een vrouw van 56 jaar en twee mannen van 56 en 67. Zij vierden feest, maar niet voor lang. Zij en hun dierbaren betaalden de hoogste prijs voor een volledig failliet Europees asiel- en integratiebeleid.
De vrouw en de twee mannen zijn niet de eersten en zullen niet de laatsten zijn op de rekening van een misplaatste welkomstcultuur. De moordenaar is een 26-jarige afgewezen asielzoeker uit Syrië. Drieduizend kilometer van huis in een vreemd land doodde hij – in naam van zijn geloof – drie onbekende mensen. Hij had niet in Duitsland mogen zijn, maar was er toch. Hij had nooit tot de EU toegelaten mogen worden, maar mocht dat wel.
De buitengrens is zo lek als een mandje, mensensmokkelaars runnen er een miljardenbusiness en zijn de grensbewaking te slim af. Minderjarige kinderen en jonge mannen worden vooruitgestuurd om asiel te regelen voor de hele familie, vluchtelingenverdragen zijn gedateerd maar nog altijd leidend. Afgewezen asielzoekers gaan niet terug, criminele asielzoekers hoeven niet terug, ook al zeggen de regels van wel.
Te veel nieuwkomers van buiten Europa kijken neer op de waarden, de leefwijze en de vrijheden van het continent waar zij zijn neergestreken. En iedereen die er iets van durft te zeggen krijgt het label ’extreemrechts’.
Lange lijst terreurdaden
We weten allemaal dat de moordpartij in Solingen geen incident is. In het Franse Arras werd op 14 oktober vorig jaar opnieuw een leraar met een mes vermoord. De dader: een twintigjarige Tsjetsjeense moslim. Als een paar dagen later het Franse onderwijs een minuut stilte voor de vermoorde leraar in acht wil nemen, wordt die stilte 357 keer verstoord. Islamitische leerlingen riepen onder andere ’Allah akbar’ en imiteerden geweerschoten.
In Brussel worden twee dagen later drie Zweedse voetbalsupporters neergeschoten door een man uit Tunesië die illegaal in België verbleef. Twee van de drie Zweden overleven de aanslag niet. Tijdens een Pride-week heeft een Iraanse immigrant het in de Noorse hoofdstad Oslo gemunt op een homobar. Hij schiet twee mensen dood, 21 mensen raken gewond. De Britse politicus David Amess wordt doodgestoken door een Somaliër.
In een kerk in Nice worden twee mannen en een vrouw met een mes om het leven gebracht. In 2020 wordt de Franse leraar Samuel Paty op straat onthoofd. In 2018 raken op het Centraal Station in Amsterdam twee Amerikaanse toeristen zwaargewond als een Afghaanse man plotseling op hen insteekt.
Vier doden bij een aanslag in Luik, een mes-aanval in het centrum van Parijs, vier doden bij een aanslag in een Franse supermarkt, in Marseille worden twee jonge vrouwen gedood door een ’Allah akbar’ roepende Tunesiër die illegaal in Frankrijk verbleef, twee doden en acht gewonden in Finland, vijftien doden op de Ramblas in Barcelona en tweeëntwintig doden in Manchester bij een concert van Ariana Grande.
In Berlijn twaalf doden op een kerstmarkt, drie zwaargewonden in een Duitse trein als een Afghaanse man willekeurige mensen aanvalt met een bijl. Eenendertig doden in Brussel en honderddertig doden bij een aanslag op de concertzaal Bataclan in Parijs.
De lijst met islamitische terreurdaden in Europa is lang. De plegers zijn allemaal moslimextremisten die korter of langer geleden Europa zijn binnengelaten of hier zijn opgegroeid. Wat ze gemeen hebben is een haat tegen de Europese samenleving.
Rot in de toelating
Het Europese asielbeleid maakt Europa onveilig. Niet alleen vanwege terreuraanslagen, maar ook door talrijke andere immigratie- en integratiemissers. Zoals het bendegeweld in Zweedse steden en het omvangrijke misbruik van Britse meisjes door Pakistaanse moslims. De praktijken van deze grooming gangs waren breed bekend bij de politie. Maar die durfde niet in te grijpen uit angst van racisme beschuldigd te worden.
De rot in de toelating, de integratie en de omgang met immigranten die een gevaar (kunnen) vormen voor de Europese samenleving zit diep. Dat heeft alles te maken met de morele opdracht die ten koste van alles vervuld moet worden: een dienstbare en nederige opstelling naar mensen elders in de wereld die het minder hebben. Met hun achterstand ’verdienen’ zij het voordeel van de twijfel en verschaffen zich de toegang tot de Europese samenleving.
Wat voor de opvang van 3,5 miljoen Syrische vluchtelingen tussen 2015 en 2017 gold, geldt volgens velen nog steeds: ’Wir schaffen das’ – het gaat ons lukken. Het bleek de grootste beleidsblunder uit de politieke loopbaan van de veelgeprezen Duitse bondskanselier Angela Merkel. Merkels woorden waren uit de lucht gegrepen. Het was haar gok. De Duitse samenleving was er niet klaar voor, ook in de jaren daarna niet.
Europa vangt mensen van alle kleuren, religies, etniciteiten en nationaliteiten op. Het gaat bij veel van hen goed. Europese landen herbergen probleemloos al meer dan vier miljoen vluchtelingen uit Oekraïne. De groep waarmee het mis gaat zijn migranten met een islamitische achtergrond. Niet automatisch, niet iedereen, maar de ontspoorde jongeren, de geradicaliseerde mannen, het religieuze fanatisme, het verzet en de haat tegen de westerse samenleving, de aanslagen: ze komen exclusief uit die hoek.
IJdele hoop
Het zou hoopvol zijn als de Europese moslimgemeenschappen politieke en religieuze leiders voortbrengt, die erkennen dat de onverdraagzame islam voor iedereen in Europa een groot gevaar is, ook voor moslims zelf. Leiders ook die erkennen dat de moslimgemeenschap in Europa daar zelf verantwoordelijkheid voor draagt.
Die hoop is vooralsnog ijdel. In Duitsland hebben de Centrale Raad van Moslims en de invloedrijke Milli Görüs-beweging met geen woord gerept over het islamitisch motief van de Syrische moordenaar van Solingen.
Als dat zo blijft, rest Europa een selectief immigratiebeleid met een rem op islamitische asielzoekers en migranten. Nog langer om de olifant in de kamer heen lopen, leidt tot meer aanslagen en onveiligheid. Kiezers zullen in nog groteren getale radicaal-rechtse politici aan de macht helpen als de huidige partijen hun plicht verzaken Europese burgers voldoende veiligheid te bieden.
Deze column verscheen op 28 augustus 2024 in De Telegraaf
Reactie plaatsen
Reacties