„Say it loud, say it clear: we don’t want Israeli here!” klonk het tijdens de Pride Walk in Amsterdam. De yell was gericht tegen een groep Joodse deelnemers van wie een aantal een Israëlische vlag en een regenboogvlag met een davidster meedroeg. Het is het zoveelste signaal dat de vrolijke regenboogbeweging verworden is tot een actiegroep die onverdraagzaamheid en uitsluiting predikt.
Het waren weer zwart geklede demonstranten met gezichtsbedekking, die zich dreigend met kreten en lawaai op Joodse wandelaars van de Pride Walk stortten. Dezelfde agressie en intimidatie tegen Joden die – onder het mom van protest en vrije meningsuiting – alle ruimte krijgen in ons land. De angst bij bestuurders voor escalatie rekt die ruimte verder op. Voor de gemaskerde demonstranten is de vrije meningsuiting beslist niet wederkerig; toespraken tijdens de Pride Walk werden verstoord door geschreeuw en de roep om de verbanning van een minderheid.
Ban op Israëlische vlaggen en symbolen
Ik las dat de Pride ’gekaapt’ is door deze categorie activisten. Maar de organisatie van de wandeltocht zelf – de stichting Queer Amsterdam – had zich ook al uitgesproken voor een ban op Israëlische vlaggen en symbolen. Dat kwam de stichting op een reprimande van het Amsterdamse gemeentebestuur te staan. Bravo, wethouder Touria Meliani. Maar Queer Amsterdam wilde van geen wijken weten en trok zich terug uit de organisatie, omdat het verbieden van Israëlische vlaggen en Joodse symbolen geen doorgang vond.
’Together’ is het motto van de Pride-maand dit jaar. Het is een reclameslogan die moet onderstrepen dat het evenement echt voor iedereen is. Inclusie is de ideologische term. Met diversiteit en gelijkheid behoort inclusie tot de drie-eenheid van de moderne moraliteit. Een ethische opdracht voor de samenleving, die ons verder zou moeten helpen. De opdracht is heilig verklaard en duldt geen vragen.
Als mensen moraliteit preken, is hypocrisie nooit ver weg. Je laten voorstaan op tolerantie en inclusief handelen, maar in werkelijkheid anderen vulgair ongewenst verklaren en ze compromisloos proberen uit te sluiten.
Stammenstrijd
Die onverdraagzaamheid vreet zich een weg door de hele lhbtq-gemeenschap. Er woedt al lange tijd een hevige stammenstrijd tussen de gevestigde stichting Pride Amsterdam, die vindt dat de Pride ook een feestje mag zijn, en de intersectionele hardliners van de nieuwe stichting Queer Amsterdam. Die laatste stelt de onderdrukking van queers gelijk aan het lot van de Palestijnen en noemt zich ook antikapitalistisch, antiracistisch en antikoloniaal. Intersectionelen menen dat alle onderdrukte groepen in de wereld slachtoffer zijn van een en dezelfde groep: blanke mannen. Homobelangenvereniging COC is zo intersectioneel en woke dat het de islamitische beulen van de eigen achterban niet eens durft te benoemen.
Vorig jaar ontstond er een knallende ruzie tussen de twee stichtingen over het zogenoemde Zero Flags Project. Daarbij worden ieder jaar de vlaggen getoond van landen waar homoseksualiteit nog altijd strafbaar is. Het idee is dat het er ieder jaar minder worden, tot alle vlaggen weg zijn. Eén van de vlaggen is de Palestijnse.
Zowel onder de Palestijnse Autoriteit op de Westelijke Jordaanoever als in de Gazastrook onder Hamas is homoseksualiteit strafbaar en zijn lhbtq-ers hun leven niet zeker. Er is in de wereld geen islamitisch land waar twee mensen van hetzelfde geslacht hand in hand over straat kunnen.
Er is maar één land in het Midden-Oosten waar dat kan en waar de Pride-maand uitbundig gevierd wordt en dat is Israël. Maar die werkelijkheid komt de activisten en de mensen van Queer Amsterdam uiteraard slecht uit. Daarom willen zij de Palestijnse vlag niet naast die van andere homovijandige landen, maar juist meedragen in hun demonstraties tegen racisme, kapitalisme, Israël en het Westen.
Wapenstilstand
Het heeft drie maanden mediation gekost om de twee stichtingen nader tot elkaar te brengen. Met kunst-en-vliegwerk is er een wapenstilstand getekend. De intimidatie van het pro-Palestijnse kamp werkt wel: dit jaar is het Zero Flags Project geen onderdeel van de Pride.
Practice what you preach. De regenbooggemeenschap zou uiteraard het goede voorbeeld moeten geven in het omarmen van verschillen en moeten laten zien wat inclusief samenleven is. Maar de stammenstrijd tussen de verschillende identiteitsgroepen woedt als nooit tevoren.
Het gevecht gaat over welke groep zich het meest achtergesteld mag noemen. Blanke homo-mannen moeten – vanwege hun ’witte privilege’ – zich steeds vaker ’gedeisd houden’. En trans-activisten zijn in oorlog met feministen en lesbiennes over sekse en gender en het ’recht’ op de term vrouw.
Het is een dynamiek waarbij uiteindelijk iedereen elkaars vijanden wordt. Dat is ook de langjarige ervaring met cursussen die pretenderen zogenoemde onbewuste vooroordelen bloot te leggen. Verschillen worden uitvergroot en dat leidt tot meer afstand en meer vijandigheid tussen mensen.
Onverdraagzaamheid
Iedereen ziet dat de onverdraagzaamheid en de onderlinge vijandigheid het einde van de regenboogbeweging betekent. De weg naar vrijheid, emancipatie en weerbaarheid wordt geblokkeerd door lieden die meer heil zien in uitsluiting, blinde haat en ideologische wartaal.
Deze column verscheen op 31 juli 2024 in De Telegraaf
Reactie plaatsen
Reacties