De film The lady in heaven is in Groot-Brittannië door bioscoopketen Cineworld op de dag van de première uit de roulatie gehaald. In gemeenten met een grote moslimbevolking eisten kleine groepen mannen met baarden, soms op luide toon, een einde aan de vertoning. Daaraan is dus vrijwel onmiddellijk toegegeven. ’Om de veiligheid van ons personeel en de klanten te kunnen garanderen’, aldus een verklaring van het bioscoopbedrijf.
In het plaatsje Bolton bij Manchester stond een groep van vijftig mannen voor een bioscoop te schreeuwen en te zwaaien om hun eis tot cancelen kracht bij te zetten. Een vrouw die met haar moeder naar de nieuwe Top Gun wilde, moest de film aan zich voorbij laten gaan, omdat haar moeder vanwege de dreigende sfeer niet meer bij de bioscoop naar binnen durfde.
Voor de bioscoop in Bradford hadden zich naar schatting honderd mannen verzameld. Een van hen declameerde door een megafoon: „We zijn erg beledigd, zoals u kunt zien! We hebben het recht om niet beledigd te worden! En als jullie onze profeet schofferen, denk dan niet dat wij ons niet verroeren!”
Potsierlijk
Zijn woedevoordracht werd met instemming en gebalde vuisten door de andere mannen ontvangen. Maar in het land waar hij stond te protesteren, bestaat helemaal geen recht om niet beledigd te worden. Dat recht vind je nergens in democratische rechtsstaten. Wanneer beledigingen voor de rechter verschijnen is er meer aan de hand. Bijvoorbeeld smaad, waarbij de goede naam en reputatie van iemand moedwillig wordt beschadigd. Onder bepaalde omstandigheden kan er sprake zijn van groepsbelediging. Geert Wilders werd ervoor veroordeeld. Maar suggereren dat je het recht hebt om gevrijwaard te blijven van beledigingen, is potsierlijk. Wie ongekwetst door het leven wil, heeft in een democratie niets te zoeken.
Als het de bioscoopdemonstranten om godslastering gaat leven ze ook in het verkeerde land. Dan hadden ze in Pakistan, Bangladesh of het Midden-Oosten moeten blijven. Blasfemie is al tientallen jaren een dode letter in veel Europese landen. In Engeland en Wales is het in 2008 en in Schotland vorig jaar formeel uit het strafrecht verdwenen. In Nederland gebeurde dat in 2014. Een van de laatste pogingen om iemand in ons land wegens godslastering veroordeeld te krijgen was van de Bond tegen het Vloeken. Deze christelijke organisatie hoopte in 1995 dat de rechter Theo van Gogh zou vonnissen voor het gebruik van de term ’christenhonden’ en de omschrijving ’supportersvereniging voor die rotte vis van Nazareth’. Tevergeefs.
Het gedram van volwassen mannen over gekwetste religieuze gevoelens is zowel kinderlijk als een manier om andermans vrijheid van meningsuiting aan banden te leggen.
Weerbaarheid
Achter de teloorgang van het verbod op godslastering gaat de overtuiging schuil dat de gevoelens van zelfstandige mensen niet door wetgeving kunnen worden beschermd, maar door geestelijke weerbaarheid en een aan te leren verdraagzaamheid. Zo komen we er, als het goed is, achter, dat mensen verschillende opvattingen en inzichten kunnen hebben, dat dat geen bedreiging is en dat we niet bij elke krenking het op een schreeuwen moeten zetten of bescherming hoeven zoeken bij een rechter.
In deze woke tijden wordt duidelijk dat nog niet iedereen zover is; en ook zeker niet de luidruchtige groep religieuze fanatici op de stoep van de Britse bioscopen. Helaas worden zij ook niet aangemoedigd om hun grieven eens van de verdraagzame kant te bezien, nu ze op hun wenken zijn bediend en de bioscoopketen The lady in heaven uit de roulatie heeft gehaald.
De film zelf – die de rest van het land nu niet meer kan zien – draait om een jongen in Irak, die zijn moeder verloor in de oorlog en wordt opgevangen door een oudere vrouw. Zij vertelt hem het verhaal van Fatima, de dochter van de profeet. De maker van de film is de controversiële sjiitische prediker Yasser al-Habib. Hij heeft eerder in zijn geboorteland Koeweit gevangen gezeten wegens ’religieuze provocaties’. Na zijn vrijlating kreeg hij asiel in Groot-Brittannië.
Beschamend
Uit bezoekersaantallen in de VS en Canada blijkt dat de film daar geen succes is. De matige tot slechte beoordelingen in de Britse kranten voorspelden ook daar geen hit. Vermoedelijk was The lady in heaven uit zichzelf al geen lang leven beschoren geweest wegens gebrek aan belangstelling. Maar dat was dan – zoals dat in een vrije samenleving dient te gaan – besloten door het publiek en niet door een paar onverdraagzame scherpslijpers.
Het is onwaarschijnlijk dat deze mannen de film eerst gezien hebben voordat ze een einde aan de vertoning eisten. Zoals ook de woedende menigten in Teheran en Karachi De duivelsverzen van Salman Rushdie niet gelezen hadden of de Deense cartoons niet hadden gezien. De acties tot het censureren van boeken, films, toneelstukken en kranten worden altijd van bovenaf georganiseerd. Door een buitenlandse staat of, in het geval van deze film en de Deense cartoons, door een moskeevereniging.
Wat de snelle verwijdering van de film uit de bioscopen zo ernstig maakt, is dat de macht van de straat het wint van de rechtsstaat, en dat een overheid dat laat gebeuren. Aan de eisen van de onverdraagzamen is toegegeven, omdat de veiligheid van personeel en klanten in het geding was. De overheid als beschermheer van burgers en grondrechten was de grote afwezige. Dat is voor een rechtsstaat een beschamende vertoning.
Deze column verscheen op 8 juni 2022 in De Telegraaf
Reactie plaatsen
Reacties
Wie ongekwetst door het leven wil gaan heeft in een democratie niets te zoeken. Daarom zijn onze autistische leiders onder leiding van het WEF druk bezig om de democratie af te schaffen.