De terreur van inclusief taalgebruik: het is later dan u denk

Gepubliceerd op 12 augustus 2021 om 18:00

De uitgeverij van de bekroonde Britse schrijfster Kate Clanchy gaat de nieuwe edities van haar laatste boek aanpassen aan de kritiek van lezers. Uitgever en auteur hebben excuses gemaakt voor de woorden en stereotyperingen die lezers hebben gekrenkt en het boek in diskrediet hebben gebracht. De aanpassingen zijn, zoals wel vaker, afgedwongen. Het gevecht om de taal is een gevecht om de macht.

Het boek van Clanchy gaat over hoe zij dertig jaar als lerares gewerkt heeft in het middelbaar onderwijs in Engeland en Schotland. Volgens de Orwell Foundation (oh ironie), die het boek tot prijswinnaar uitriep, zijn haar bespiegelingen en de verhalen van leerlingen ’ontroerend, grappig, liefdevol en bieden ze een prachtig inzicht in de moderne Britse samenleving’. De auteur werd geroemd om haar ’briljante eerlijkheid’ waarmee ze haar diepste zielenroerselen prijsgaf.

Haar boek stamt uit 2019, het juryrapport uit 2020 en de veroordeling begon dit jaar. Het kan raar lopen. Lezers maakten bezwaar tegen de woorden die de voormalige onderwijzeres had gebruikt om haar ervaringen uit dertig jaar lesgeven te beschrijven. Stenen des aanstoots waren onder meer ’de amandelvormige ogen’ en ’de chocoladekleurige huid’ van een donkere leerling.

Van een Afghaanse leerling beschreef ze ’zijn grote neus’ en zijn ’voortijdige snor’. Autistische kinderen vond ze ’lastig gezelschap’ waar ze het niet langer dan een uur bij kon uithouden.

Zielenroerselen mogen mooi opgeschreven en subjectief zijn, de schrijfster had ze niet aan de wereld mogen prijsgeven. Lezers beweerden gekwetst te zijn door het - soms ’racistische’ - taalgebruik van de auteur.

Clanchy moet paniek gevoeld hebben toen zij de fout maakte om haar woorden eerst te ontkennen. Toen dat niet meer kon zei ze de context in alle beschuldigingen te missen. Maar ze stond al met 4-0 achter en haar bekroonde boek was een verloren zaak. Wat volgde was de onvermijdelijke publieke vernedering. De uitgever zei vrijdag ’dankbaar te zijn voor de inzichten die de uitwisseling [met de boze lezers] had opgeleverd’ en beloofde om als bedrijf ’almaar inclusiever te worden’.

Omdat de online woede nog niet bekoeld was volgde afgelopen maandag een tweede verklaring, waarin de uitgever zich ’diep verontschuldigde voor de pijn die zij met het boek veroorzaakt hadden’ en dat de gewraakte woorden van de auteur vervangen zullen worden. Weg liefdevolle eerlijkheid, weg literaire bekroning, weg gepaste trots over een mooi boek.

De cultuuroorlog stapelt elke dag nieuwe verliezers. Het is een oorlog uit naam van ’gemarginaliseerde mensen’ en de gerechtigheid die hen toekomt. De vergissing is, dat het draait om gevoelens van onveiligheid en woorden die kwetsen. De cultuuroorlog draait om wie mag spreken en met welke woorden. Want wie de taal controleert heeft zeggenschap over andermans gedachten. Oorlog gaat om macht, deze ook.

De absolute uitwerking hiervan kwam ik tegen in het boek In Order to Live van de gevluchte Noord-Koreaanse mensenrechtenactiviste Yeonmi Park. Ze schrijft dat er woorden uit het Koreaans ontbreken in Noord-Korea. Zo bestaat ’ik’ niet, waardoor Noord-Koreanen altijd in de wij-vorm spreken. Conform het verbod op een individueel leven in de streng collectivistische maatschappij van Noord-Korea.

Ook leren Noord-Koreanen geen negatieve woorden als ’depressie’ of ’verkrachting’. Volgens Park opdat burgers die woorden niet kunnen en ook ’niet hoeven’ te gebruiken in de communistische heilstaat die de hemel op aarde belooft.

Taal is altijd een totalitair instrument geweest van dictators en ideologen. Toen het linkse college in Amsterdam in 2018 aan het roer kwam te staan was een van de eerste besluiten het verwijderen van de populaire letters ’Iamsterdam’ van het Museumplein. Het gemeentebestuur maakte bezwaar tegen het individualistische karakter van de slogan ’Ik ben Amsterdam’.

Dezelfde gemeente wreef tijdens de Pride-week haar ambtenaren en inwoners opnieuw een selectie ’taaltips’ onder de neus. De tips dienen de genderneutrale norm van het bestuur en worden gepresenteerd als ’handreiking voor respectvolle en inclusieve communicatie’.

Daaruit leren ambtenaren en andere inwoners van de hoofdstad bijvoorbeeld dat zij niet langer homoseksuele Amsterdammers dienen te zeggen, maar roze Amsterdammers. Ook schrapt de gemeente genderspecifieke woorden als vader en moeder en vervangt ze door het genderneutrale ouders of opvoeders. En de lijst met geboden is lang.

Op deze manier kruipen bestuurders, ideologen en activisten in uw hoofd, die met politieke redenen uw woordkeuze wensen te beïnvloeden. Zodat u bij een plaatje van een warm aangeklede bewoners van de Noordpool misschien nog wel denkt aan een Eskimo, maar dat niet meer zegt, omdat het Nederlands Tropeninstituut de term Eskimo uit het taalgebruik verwijderd heeft.

Wie ’Eskimo’ nog wel gebruikt kwetst, volgens het instituut, de Noordpool-bewoners vijfduizend kilometer verderop en doet hier de ’respectvolle en inclusieve samenleving’ geweld aan. Het is de bedoeling dat uw kinderen het woord Eskimo straks niet meer kennen.

Voor zowel Noord-Korea als dichter bij huis geldt dat met goede bedoelingen de weg naar de hel is aangelegd.

Kate Clanchy moet voor de nieuwe edities van haar boek op zoek naar andermans woorden, vanwege de smet die er op haar eigen woordkeus rust. Zogenaamde sensitivity readers in dienst van de uitgever weten daar wel raad mee. We staan erbij en willen niemand kwetsen. En het is later dan u denkt.

 

Deze column verscheen op 11 augustus 2021 in De Telegraaf

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.