Eén dag van de democratie is volstrekt onvoldoende

Gepubliceerd op 18 maart 2021 om 11:43

Ik wil de dag van de democratie niet verpesten, maar het zijn frustrerende verkiezingen. Ik begrijp dat u hoopvol uitkijkt naar de uitslagen vanavond en uw partij zoveel mogelijk zetels toewenst. Misschien dat de uitslag u zelfs een euforisch gevoel ontlokt. Maar in de dagen erna zullen winnaars en verliezers zich moeten neerleggen bij de tergende realiteit van de komende vier jaar.

Die werkelijkheid is op de eerste plaats dat er een kabinet komt dat bestaat uit ten minste vier partijen. De VVD wordt de grootste en zal het initiatief nemen. Vanzelfsprekende partner van de VVD is het CDA. Ook de liberalen van D66 liggen als partners van de VVD voor de hand. Als vierde partij maakt de PvdA een goede kans.

Wie het debat tussen Kaag en Ploumen heeft gezien, weet dat deze dames gezamenlijk kunnen optrekken. VVD, D66 en PvdA hebben bovendien goede herinneringen aan hun paarse samenwerking en het CDA kan er deze keer bij aanschuiven. Voor wie denkt dat het CDA van Wopke Hoekstra voor zo’n kabinet te rechts is, herinnert zich vast ook nog de kille ontvangst in CDA-kringen van Hoekstra’s plannetje om de WW met een jaar te verkorten.

Als Maurice de Hond en Peter Kanne (I&O Research) er in hun laatste peilingen niet te ver naast zitten, kan zo’n kabinet rekenen op 78 (De Hond) of 80 (Kanne) zetels in de Tweede Kamer. In de Eerste Kamer is er voor dit kabinet nog lang geen meerderheid, maar die is er in de senaat nagenoeg voor geen enkele combinatie.

Het wordt VVD-CDA-D66-PvdA. Misschien niet van harte, maar iets anders is er niet. Rutte kiest voor politieke routine en bestuurservaring. Nieuwkomers als JA21 of Volt horen daar niet bij. De coronacrisis blijft topprioriteit en maakt harde politieke standpunten vloeibaar en verschillen tussen deze vier overbrugbaar.

Maar wat voor beleid gaan we zien? Dominant blijft uiteraard de bestrijding van Covid-19. Voor al het overige is – met drie van de vier partijen uit het vorige kabinet – de kans groot dat de koers van de afgelopen vier jaar intact blijft. Aangevuld met huizen bouwen en extra sociale accenten voor de PvdA. De sociaaldemocraten willen zich van hun progressieve kant laten zien en zullen samen met D66 ook gas willen geven op de identiteitspolitiek. De façadepolitiek die rept over inclusiviteit, maar in alles bevolkingsgroepen tegen elkaar uitspeelt. De cosmetica van deze ideologie zal nog wel een tijdje in de mode zijn.

En wat gebeurt er met de thema’s waar in de campagne over gestreden is en de onderwerpen waar burgers zich naast Covid-19 echt druk over maken? Zal het klimaatakkoord worden opengebroken, om het verzet tegen biomassa, windturbines, zonnevelden en de kosten van de energietransitie serieus te nemen? Zal de VVD werk maken van hun overtuiging dat die transitie op de langere termijn niet zonder kernenergie kan?

Wat gebeurt er met het vastgelopen asielsyteem, de ongecontroleerde instroom, de onmacht tegenover de overlast van criminele jongeren uit veilige landen? Zet de VVD nog vier jaar in op ’daadkracht’ op z’n Broekers-Knols?

Teleurstelling zit ingebakken in een brede coalitie van uiteenlopende partijen. Voor ze genomen zijn verdwijnen noodzakelijke besluiten in de afgrond van het compromis. En niemand krijgt echt zijn zin. Maar de grootste frustratie van deze verkiezingen is wel dat u de komende vier jaar niets meer wordt gevraagd. Vandaag was het moment en wat uw vertegenwoordigers er op het Binnenhof van maken, ligt buiten uw bereik.

Die machteloosheid en de ervaring dat gekozen politici zich na de verkiezingen met hun rug naar de kiezer opsluiten in hun bestuurlijke en politieke werkelijkheid heeft het vertrouwen van gewone burgers de afgelopen jaren ernstig beschadigd. De staatscommissie Remkes noemde in 2017 het afhaken van burgers ’urgent’. Affaires zoals die met de kinderopvangtoeslagen – waarbij de gehele rechtsstaat in de beklaagdenbank zit – hebben het vertrouwen in onze democratie verder kapot gemaakt.

Er is dus serieus werk aan de winkel voor het nieuwe kabinet en de nieuwe volksvertegenwoordiging. Een goed begin zou zijn, om het wetsontwerp voor een correctief referendum snel van een twee derde meerderheid te voorzien.

Omdat één dag van de democratie volstrekt onvoldoende is om het vertrouwen vier jaar lang op peil te houden, laat staan om het geschonden vertrouwen te herstellen.

 

Deze column verscheen op 17 maart 2021 in De Telegraaf

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.