Het was dinsdag Europadag en ik moest opzoeken wat het precies betekende. Zeker toen politici zich op Twitter zich zo blijmoedig toonden met de Europese vlag en mij van harte feliciteerden met ’Europa’, waarmee zij de Europese Unie bedoelen. Hun vrolijke gezichten waren moeilijk te rijmen met de dramatische uitkomst van een nieuw onderzoek op dezelfde dag. Volgens het CBSheeft nog maar een kwart van de Nederlanders vertrouwen in de landelijke politiek.
Het staat iedere democratie lelijk: een grote meerderheid van de bevolking die geen vertrouwen meer heeft in de mensen die gekozen zijn om hen te vertegenwoordigen. Oftewel, parlementariërs maken er een potje van en zijn de functie van volksvertegenwoordiger niet meer waard.
Het vertrouwen van burgers in hun vertegenwoordigers daalt al een aantal jaren en staat inmiddels op het laagste punt in tien jaar. Gek genoeg lijkt het de politici niet te deren, anders had het CBS deze week wel andere resultaten laten zien. Politici vierden dinsdag vooral Europese politiek en lieten het feestje niet bederven door het nieuws over de belabberde staat van de landelijke politiek.
De beste illustratie bij dit misverstand kwam van Kamerlid Sjoerd Sjoerdsma (D66), die dinsdag in de Tweede Kamer een Europese vlagontvouwde. Sjoerdsma provoceerde daarmee een Kamermeerderheid, die een Europese vlag in ’s lands vergaderzaal afwijst. Toepasselijk was het wel, omdat de grote Europese idealen zich doorgaans weinig gelegen laten aan democratische legitimiteit.
Nog niet in het geheugen
Europadag markeert, dat op 9 mei 1950 de Franse minister Robert Schuman de eerste steen legde voor de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal. In de zeven decennia die volgden is dat moment uitgegroeid tot de Europese Unie van 27 landen. Sinds 1985 heet die dag al Europadag, maar ik neem het mezelf en anderen niet kwalijk dat de feestdag nog niet, naast Koningsdag en Bevrijdingsdag, in het geheugen heeft plaatsgenomen.
Minister Kaag van Financiën benadrukte dat we op Europadag vooral dankbaar moeten zijn. ’Het is een voorrecht om Europeaan te zijn. Europa is een bastion van vrijheid en menselijke waardigheid’, schreef ze op Twitter.
Ik ben inderdaad persoonlijk blij dat ik hier geboren ben en niet in Rusland, China, Afrika of het Midden-Oosten. Maar uit de geschiedenis van Europa weten we dat het er hier ook heel anders aan kan toegaan en dus moeten we zuinig zijn op de vrijheid, de rechtsstaat en de onderlinge vrede. Sterker, we moeten bereid zijn die met hand en tand te verdedigen tegen oprukkende autocraten in China en Rusland.
Serieus democratisch tekort
Maar wat ergert is de opdracht tot dankbaarheid voor een Europees project met een serieus democratisch tekort. De boodschap komt nota bene van politici die volgens het onderzoek van het CBS - en de peilingen - van de meeste burgers vertrouwen ontberen.
Ondanks een aantal hervormingen blijft de EU een complex systeem met verschillende politieke lagen die besluiten voor burgers nemen waar zij geen invloed op ervaren. De Europadag-vierders maken zich daar opvallend weinig zorgen om en verlangen van burgers vooral het vertrouwen dat het wel goedkomt met dat democratisch tekort van de Europese Unie.
Maar als we onze eigen politici al niet vertrouwen, waarom zouden wij Franse, Italiaanse of Poolse regeringsleiders, onbekende Europarlementariërs op grote afstand of anonieme bureaucraten in Brussel dan wel vertrouwen?
Electorale afrekening
De zorg voor ons burgers is dat wij zeggenschap houden over wie ons bestuurt en met welke opdracht. Onze invloed in Europa reikt niet verder dan Den Haag en daar behoort de electorale afrekening plaats te vinden wanneer politici vertrouwen schenden en hun dat nog onverschillig laat ook.
De analyse van de staatscommissie parlementair stelsel (Johan Remkes) was feilloos in 2018: politici leveren niet, burgers voelen zich niet meer gerepresenteerd en haken af. We zien stembusbeloften verdwijnen als sneeuw voor de zon en maar weinigen zien hun politieke wensen terug in de compromissen van een regeerakkoord.
Net als de staatscommissie van Johan Remkes in 2018 komt het Sociaal- en Cultureel Planbureau (SCP) dezer dagen met de enige oplossing die burgers nog rest om de zeggenschap terug te nemen over het eigen bestuur: de invoering van het bindend correctief referendum.
Bovenaan verlanglijstje
Politici zijn doorgaans geen fan van het referendum, omdat burgers zo meebeslissen over zaken die volksvertegenwoordigers als van hun beschouwen. Het is de reden waarom een bindend correctief referendum nog altijd geen onderdeel uitmaakt van onze democratie. Daarom moet dit referendum – waarbij burgers bij belangrijke besluiten een Kamermeerderheid kunnen corrigeren – bij de eerstvolgende verkiezingen bovenaan uw verlanglijstje.
Deze column verscheen op 10 mei 2023 in De Telegraaf
Reactie plaatsen
Reacties