Kortzichtig kabinet speelt met vuur

Gepubliceerd op 25 januari 2023 om 17:40

Als ik even mag generaliseren: wij Nederlanders zijn niet erg van de lange termijn. ’Komt tijd komt raad’ en ’het zal zo’n vaart niet lopen’ zitten diep in onze volksaard. De geruststelling die ervan uitgaat, mag comfortabel aanvoelen, deze houding is meermaals catastrofaal gebleken.

Zo was vóór februari 1953 al jaren duidelijk dat de dijken van Zeeland en de Zuid-Hollandse eilanden te zwak waren voor de onvoorspelbare Noordzee erachter. Maar er was een watersnoodramp nodig voor de bouw van de Deltawerken. Ook het wensdenken van het kabinet-De Geer in de jaren vóór 10 mei 1940, dat Nederland wederom neutraal kon blijven bij een nieuwe oorlog in Europa, pakte verkeerd uit.

Tegenwoordig wordt premier Mark Rutte verweten geen visie te hebben, laat staan een langetermijnvisie. Dat verwijt snijdt hout, maar gold voor meer premiers. Grote gebeurtenissen lijken ons nog altijd te overkomen.

Dat zien we bij de asiel- en migratiecrisis, bij de overbevolking van ons land, het grote tekort aan huizen, de energiecrisis en – opnieuw – de landsverdediging. Het zijn stuk voor stuk onderwerpen die in een veel vroeger stadium vragen om besef en actie.

Afhankelijker

Er wordt wel gezegd dat politici niet verder kijken dan de verkiezingscyclus van vier jaar: voor herverkiezing zijn successen op de korte termijn nodig, de lange termijn is niet van belang.

Een andere verklaring kan onze positie als kleine handelsnatie zijn. Sinds het einde van de Gouden Eeuw is de rol van Nederland op het wereldtoneel aanzienlijk gekrompen en zijn we afhankelijker geworden van andere landen. Die status vraag wellicht om meer wendbaarheid, afwachten en ad-hocbesluiten. Maar op de rampspoed die deze houding met zich meebrengt, zit niemand te wachten. Dus moeten we verder vooruitkijken.

Dat immigratie en bevolkingsgroei dringend een langetermijnvisie nodig hebben, is evident. Maar ook de oorlog in Oekraïne vraagt van Nederland sneller te schakelen naar beslissingen voor de lange termijn. Daarbij hebben de energiecrisis en de landsverdediging vanzelfsprekend prioriteit.

Ik gun iedereen het optimisme dat deze oorlog in een paar maanden met een acceptabel resultaat is beëindigd, maar een grondhouding die rampspoed moet voorkomen of beperken, is wat anders. Dan kunnen we beter een stuk pessimistischer zijn en dienen we uit te gaan van een langdurig militair conflict met grote financiële en economische gevolgen voor Europa. Keert de geschiedenis eerder ten goede, dan is dat mooi meegenomen.

NAVO

Wat onze defensie en militaire samenwerking betreft, las ik met de nodige gêne dat Nederland nog steeds niet bereid is te voldoen aan de verplichtingen die het NAVO-bondgenootschap aan zijn lidstaten stelt. Er wordt weliswaar voor het eerst in 35 jaar voldaan aan de NAVO-norm dat 2 procent van het nationaal inkomen besteed wordt aan defensie. Maar het begin van een inhaalslag is dit natuurlijk niet.

Nederland besteedt het geld aan logistiek, artillerie, diversiteitsbeleiden medische voorzieningen en niet aan het op sterkte brengen van de gevechtsbrigades, zoals de NAVO wel verwacht én nodig acht. „Ernstige tekortkomingen zonder plan voor de toekomst”, noemt luitenant-kolonel Niels van Woensel dat. De afbraak van het defensieapparaat de afgelopen decennia is één, het gebrek aan visie en urgentie om het in deze tijd weer op te bouwen is beschamend.

Het kabinet spreekt zich vrijwel dagelijks uit over de ernst van de oorlog voor Europa, maar minister Kajsa Ollongren (Defensie) ontduikt met hetzelfde gemak de verplichtingen en de solidariteit waarvan het NAVO-bondgenootschap bestaat. De Finse premier Sanna Marin – die weet wat het is om Rusland als buurman te hebben –waarschuwt dat Europa zonder de Verenigde Staten militair niet kan overleven.

De NAVO-gevechtskracht moet er juist toe leiden dat oorlog met Rusland wordt voorkomen. Nederland gedraagt zich niet alleen onverantwoordelijk naar de andere NAVO-landen, het speelt ook met vuur.

Gas

Wat de energiecrisis betreft heeft het kabinet op korte termijn snel gehandeld door de opslag van gas bijna tot de rand te vullen. Gas hebben we nodig om te verwarmen, te koken en om elektriciteit op te wekken. Bijna 90 procent van de opslag is gevuld. Dat klinkt mooi, maar de hoeveelheid gas die is opgeslagen, beslaat maar 35 procent van onze jaarlijkse consumptie. Afhankelijk van ons gebruik en een meer of minder strenge winter zijn we dus volgend jaar eerder of later door de gasvoorraad heen. De overige 65 procent moeten we elders zien te vinden.

Deze winter komen we dus wel door, maar de problemen liggen in de vólgende winters. De huidige opslag is dan leeg en moet vanaf de bodem opnieuw worden gevuld, maar zonder het goedkope gas uit Rusland. De belangrijkste vervanger van Russisch gas is vloeibaar gas, oftewel lng. Maar lng is aanmerkelijk duurder dan het gas uit Rusland vanwege hoge productiekosten en verscheping.

Voor een langetermijnvisie betekent deze ontwikkeling dat Nederland in rap tempo nieuwe lng-terminals en opslagcapaciteit moet bouwen en contracten moet afsluiten met leveranciers van vloeibaar gas. Met de plannen voor een nieuwe terminal in Terneuzen lijkt bij de Gasunie dat besef aanwezig. Maar waar de nieuwe werkelijkheid langdurig pijn gaat doen, is de prijs en het aanbod van lng.

Niet alleen de productiekosten en de verscheping maken vloeibaar gas duurder dan we gewend zijn, ook het beperkte aanbod en de groeiende vraag jagen de prijs omhoog. Nu China heeft aangekondigd zijn zerotolerancebeleid voor Covid overboord te gooien, kan dat de Chinese economie doen aantrekken. Met als gevolg een grotere vraag naar vloeibaar gas vanuit China. Omdat het aanbod van lng beperkt is, kan de groei van de Chinese economie ervoor zorgen dat er onvoldoende lng beschikbaar is voor de Europese gasbehoefte. En wat er beschikbaar is, kost meer.

Het scenario voor de komende jaren is een langdurig gevaarlijk en kostbaar militair conflict in Oekraïne, met in de rest van Europa blijvend hoge consumentenprijzen en mogelijk gastekorten. Dit vereist van het kabinet een langetermijnvisie, die rekening houdt met hoge overheidsuitgaven, economische neergang en stroomuitval. Geen leuke boodschap in verkiezingstijd, maar nu kortzichtig handelen is vragen om rampspoed later.

 

Deze column verscheen op 14 december 2022 in De Telegraaf

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.