Alsof er nooit een tweede coronagolf zou komen, is het opeens weer alle hens aan dek. De zorg loopt opnieuw vast. Te veel covidpatiënten, te weinig bedden, ziekteverzuim en personeelstekort doen de rest. De eerste Nederlanders liggen alweer in Duitse ziekenhuizen. De Nederlandse regering laat zich overvallen, hardleers als ze is.
Toen in april in Duitsland het aantal covidbesmettingen verder terugliep werd aan de rand van Berlijn het beurs- en congrescentrum Messe klaargemaakt voor een tweede coronagolf. Met behulp van militairen werd de beurs in gereedheid gebracht om in korte tijd duizend patiënten te kunnen opvangen. En niet alleen in Berlijn, in heel Duitsland werden de aantallen bedden en beademingsmachines opgevoerd. Terwijl het land al een overschot van 13.000 ic-bedden had. Dit deden we in Nederland niet.
De focus van het kabinet lag op het in de gaten houden van de virusbesmetting. De overheid schreef routekaarten over de stadia waarin onze samenleving terecht zou kunnen komen. Van ’waakzaam’ tot ’zeer ernstig’ met alle maatregelen die daarbij voor burgers zouden moeten gelden. De wat als-routekaarten. Maar is er ook - zoals in Duitsland - gewerkt aan materiaal en menskracht voor het geval de gedragsregels niet of onvoldoende effect zouden hebben? Is er door het kabinet voorgesorteerd op overbelasting van de zorg, zoals nu opnieuw het geval is? Het antwoord is nee.
In augustus was de helft van het verplegend personeel nog moe en prikkelbaar van de eerste coronagolf en niet klaar voor een volgende. Ook de voorzitter van de ic-artsen in Nederland Diederik Gommers antwoordde in augustus in het televisieprogramma Op1op de vraag of ic’s klaar zijn voor een nieuwe golf: „Ik wil geen paniek zaaien, maar als het zo doorgaat dan gaat het gewoon weer fout.”
Het aantal corona-opnames bleef stijgen en in oktober kwamen er 200 ic-bedden bij. Gezien de grilligheid van het virus was deze maatregel eerder een slag in de lucht, dan een serieuze voorbereiding op naderend onheil. Zeker als je dat vergelijkt met de grondige aanpak in Duitsland. Voldoende personeel voor een tweede golf in Nederland is er dan nog steeds niet. Een poging om meer zorgpersoneel aan te nemen misluktjammerlijk.
Het beeld doemt op van een vliegtuig waarvan de gezagvoerder geen idee heeft welk weer hij onderweg zal tegenkomen en wel ziet hoever de brandstof hem en zijn passagiers brengt. Het covidbeleid van de afgelopen tien maanden was gericht op het beperken van het aantal besmettingen en het draaiend houden van de economie. Belangrijk en noodzakelijk, maar het nemen van nuchtere voorzorgsmaatregelen voor een langere termijn is er bij ingeschoten. Het voormalige Slotervaartziekenhuis in Amsterdam staat nog altijd leeg, de RAI werd ingericht als teststraat en niet als extra ziekenboeg voor een tweede golf.
De geschiedenis bezien schiet de lange termijn er vaker bij in. Daardoor ontbreekt regie op ingrijpende onderwerpen en laat de overheid zich overrompelen. Dat pakt nogal eens dramatisch uit. In de jaren 30 was al bekend hoe slecht de dijken van Zeeland en de Zuid-Hollandse eilanden eraan toe waren. Maar Nederland liet zich in 1953 verrassen door een watersnoodramp en er waren ruim 1800 doden nodig om aan de bouw van de Deltawerken te beginnen.
In een interview dat ik voor RTL Z maakte, noemde Volkskrant-columnist Martin Sommer dat het werk van een ’halsoverkopstaat’. De Nederlandse geschiedenis telt talloze voorbeelden waarin de regering - vaak tegen beter weten in - lang niets onderneemt, om het op een ander moment opeens te moeten regelen. Meestal is het dan te laat.
We zien het ook bij de energietransitie. Bij uitstek een opdracht voor de lange termijn, maar in verhouding tot de reikwijdte op een achternamiddag in elkaar gezet. Met maatregelen die niet alleen gericht zijn op snel succes, maar ook, door onverwacht hoge kosten (van het gas af) en verkeerde keuzes (biomassa), verraden hoe halsoverkop ze genomen zijn.
Nog zo’n ingrijpende ontwikkeling op lange termijn zijn de prognoses over de bevolkingsgroei. Volgens het CBS wonen er over drie jaar 18 miljoen mensen in ons land en zijn we op weg naar de 20 miljoen. Bevolkingsgroei in een dichtbevolkt land heeft grote gevolgen. Er moeten miljoenen huizen bij, er komen extra auto’s, wegen, kantoren, ziekenhuizen, scholen, openbaar vervoer, recreatieplekken.
De ruimte in Nederland is niet onbeperkt. Wat doen we met alle extra stikstof en CO2? Hoe dreigt Nederland te veranderen en hebben wij daar misschien ook een stem in? In een democratie zou je zeggen van wel. Maar geen regering te bekennen die er werk van maakt en het prominent op de agenda zet.
Of het nu covid, klimaat, immigratie of overbevolking betreft, het ad hoc besturen van Nederland laat de toekomst op z’n beloop. Het is begrijpelijk en terecht dat burgers zich hierbij overvallen voelen. Een dolend kabinet oogst onbehagen en verzet.
Deze column verscheen op 23 december 2020 in De Telegraaf
Reactie plaatsen
Reacties