Anti-Israël-sfeer heeft Nederland rijp gemaakt voor het relativeren van de Holocaust

Gepubliceerd op 20 maart 2024 om 17:34

Zonder alle ophef waren de lezingen over de Holocaust op de Hogeschool Utrecht (HU) geschrapt of zo aangepast dat de moord op 6 miljoen Joden geschikt zou zijn voor ’een diverse en gebalanceerde dialoog’. De pro-Palestina-activisten die bij de HU hadden aangedrongen op het verwijderen van de Jodenvernietiging uit de collegereeks feliciteerden elkaar op Instagram: ’Een mooie overwinning. Schandalig dat ze überhaupt die collegereeks wilden houden. Er zou een Holocaust-overlevende komen spreken, bizar.’ De anti-Israël-sfeer – gefaciliteerd door capitulaties als deze en gepropageerd door verschillende media – heeft Nederland rijp gemaakt voor het relativeren van de Holocaust. Een kwaadaardige opzet van een historische vergissing.

 

Twee grote nieuwsgebeurtenissen voerden de afgelopen dagen de boventoon in de oorlog tussen Israël en terreurorganisatie Hamas. Ten eerste de tussentijdse uitspraak van het Internationaal Gerechtshof over de bewering van Zuid-Afrika dat Israël genocide pleegt in Gaza. En ten tweede de bewering van Israël en anderen dat medewerkers van VN-organisatie UNRWA hebben deelgenomen aan de moord op 1200 Israëliërs op 7 oktober en dat zij medeplichtig zijn aan het in gevangenschap houden van de door Hamas gegijzelde burgers. Beide zeer ernstige beschuldigingen waarover de nieuwsmedia ons nauwkeurig en feitelijk behoren te informeren.

 

Wat de tussentijdse uitspraak van het Gerechtshof betreft, waren de verwachtingen hooggespannen. NRC zinspeelt twee weken voor de uitspraak al op een staakt-het-vuren dat het Hof Israël zou kunnen opleggen. Het was het eerste doel van aanklager Zuid-Afrika, maar in haar voorlopige oordeel repte het Hof er niet over. De rechters vragen van Israël ’effectieve maatregelen om genocide te voorkomen’ en om documenten aan te leveren waar dat uit blijkt. Maar de rechters zijn ook ernstig bezorgd over het lot van de Israëlische gijzelaars en roepen Hamas op tot hun ’onmiddellijke en onvoorwaardelijke vrijlating’. In de meeste Nederlandse media krijgt dat laatste niet of nauwelijks aandacht, net als de wapenstilstand waartoe het Hof niet heeft opgeroepen. Alles draait om het oordeel dat Israël genocide moet voorkomen. Alsof het Hof al halverwege is met zijn vonnis Israël van volkerenmoord te beschuldigen. Belangrijk in de beeldvorming is dat Joden niet langer (alleen) slachtoffer van genocide zijn, maar ook daders.

Zuid-Afrika

Een dag na de uitspraak zien we in het RTLNieuws een reportage uit Zuid-Afrika waar regering en burgers feestvieren over de voorlopige uitspraak. Het apartheidsverleden van Zuid-Afrika wordt een-op-een over Israël gelegd. ’Israël is ook een apartheidsstaat’, vinden de mensen in de reportage. De emoties vertellen het verhaal, niet de feiten. Het is vergif voor eerlijke journalistiek: emoties de hoofdrol geven, om lezers en kijkers te winnen voor complexe nieuwsverhalen. De vraag is niet langer: wat is het nieuws? Maar: wat raakt een kijker of lezer? Hoofdredacteur Pieter Klok van de Volkskrant erkende tegenover Rob Oudkerk in de EO-serie over antisemitisme na 7 oktober, dat zijn krant ’stuurt’ op de empathie van de lezers. En die empathie ligt meer bij de Palestijnen dan bij Israël. En dus zit Israël in de beklaagdenbank. En niet alleen bij de Volkskrant. Daarom vernemen we ook zo goed als niets meer over de Israëlische gijzelaars, over de nieuwe getuigenissen van de misdaden door Hamas op 7 oktober, het terreurbewind dat Hamas voert over de Palestijnen in Gaza of de verwoesting van de staat Israël en de uitroeiing van het Joodse volk dat zo openlijk wordt beleden door de leiders van Hamas ver weg van het oorlogsgeweld, dat zij over hun burgers hebben afgeroepen.

 

Hoe snel de emoties het winnen van de nieuwsfeiten zien we opnieuw bij het schandaal rond UNRWA, de VN-organisatie voor hulpverlening aan Palestijnse vluchtelingen. Vrijgelaten Israëlische gijzelaars hebben verteld dat zij in de tunnels en op andere schuilplaatsen verzorgd en vervoerd zijn door UNRWA-medewerkers. Dat maakt VN-personeel medeplichtig aan ontvoering. Ernstiger zijn de beschuldigingen dat twaalf VN-medewerkers zelf hebben meegedaan aan de slachtpartij op 7 oktober.

Hoorzitting

 

Op een hoorzitting van het Amerikaanse Congres is dinsdag onder ede verklaard dat 1200 UNRWA-medewerkers óók deel uitmaken van Hamas en Islamitische Jihad. Er is een Telegram-chatgroep, waarin 3000 UNRWA-docenten in Gaza met naam en toenaam berichten, foto’s en video’s van 7 oktober rondsturen en die toejuichen en vieren. Ook zijn er docenten die in de chatgroep vragen om de executie van de Israëlische gijzelaars.

 

Al tien jaar wordt er gewaarschuwd en zijn er aanwijzingen voor wangedrag van UNRWA-medewerkers. Het was tegen dovemansoren. De beschuldigingen en de bewijzen zijn nu zo ernstig dat veel donorlanden, waaronder Nederland, even geen geld overmaken aan UNRWA. In plaats van een journalistieke speurtocht naar alle verbanden tussen UNRWA en de terreurorganisaties gaat het vooral over de gevolgen voor de Palestijnen van het tijdelijk stopzetten van de donaties. NRC schrijft dat het ’zomaar’ opschorten van de financiële steun door Nederland en andere donors een ’verkeerd signaal geeft aan de moedige hulpverleners’. Zomaar, alsof er niets aan de hand is met UNRWA. Het is de keuze om emoties de hoofdrol te geven en deze oorlog te simplificeren als een strijd tussen goed en kwaad. Het is een keuze met ernstige gevolgen voor ons historisch besef.

 

Deze column verscheen op 2 februari 2024 in De Telegraaf

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.